andere koek 1.0
heel wat anders; iets heel anders
Vaak in de verbinding dat is andere koek.
Algemene voorbeelden
Het waren jonkertjes. 'Wat niet meer dan een predikaat is,' smaalde zijn vader. 'Een titel zoals je moeder die draagt, dat is andere koek.'
We komen op een asfaltweg terecht. Lichte hellingen, glooiende afdalingen. Ha, dit is andere koek. Hier kom ik in mijn element. Het tempo schiet met een ruk omhoog, op naar Zuoz.